13-01-2019

Voor onze afdeling 10 zijn het in deze periode spannende tijden geweest, het opstappen van een aantal bestuursleden is nooit fijn, temeer voor deze functies geen handenvol kandidaten beschikbaar zijn. Reden voor het opstappen was voor deze heren dat ze niet konden meegaan in de landelijke gekozen lijn die voortvloeit uit ‘GPS 2021’ en ze wilden geen verantwoordelijkheid dragen voor de organisatorische en financiële implicaties behorende bij het landelijke vliegprogramma. Het verdient respect en acceptatie dat ze dit besluit hebben genomen en tijdig kenbaar hebben gemaakt om de weg voor nieuwe mensen vrij te maken. Het (gedeeltelijke) oude bestuur verdient een dikke pluim voor wat ze gedaan hebben voor de afdeling 10 en worden bedankt voor al hun inzet. Gelukkig is er een positief en enthousiast team mensen opgestaan om de bestuursfuncties en commissies op te pakken onder het voorzitterschap van Rene Dalmolen die wij langs deze weg heel veel succes wensen, ik heb er veel vertrouwen in dat dit goed gaat komen.

Ook is inmiddels ons voorlopige vliegprogramma bekend geworden, dit laat ook zien dat het generaal kampioenschap niet meer van deze tijd is en dat je (zeker met een beperkte kolonie en weinig tijd) je beter kunt specialiseren op bepaalde onderdelen. Wij zien het ook niet als een verplicht vliegprogramma, maar meer als een vervoersprogramma waar veel vluchten op staan waar je zelf de keus maakt welke vluchten je gaat spelen uit dit ruime aanbod. Aangezien wij alles willen spelen tot een 500 km kunnen we met dit programma goed uit de voeten, vluchten genoeg. Wat een beetje jammer is van het landelijke programma is dat de jonge duivenvluchten te vroeg beginnen, ook daar is wel een mouw aan te passen door de jongen nu gewoon op de 7 natourvluchten te spelen. Indien je wel op 14 juni de eerste africhting van de jongen mee gaat doen ben je bijna verplicht om aan winterkweek te doen, voor de steeds grotere groep mensen die last heeft en gaat krijgen van roofvogels is dit geen optie, dus wordt deze groep een beetje buitenspel gezet. Indien je net als ons de duiven koppelt in januari dan betekend dit dat de jonge duiven zo rond begin, eind april een beetje buiten komen, al helemaal als je rond de klok van 5 thuis bent van je werk krijg je zo tegen begin april maar amper de klok rond met het uitlaten van de oude duiven om die een beetje fatsoenlijk in het ritme te krijgen voor de 1e vitessevlucht. De dagen zijn dan nog kort en met verduisteren van de jongen blijft er dan geen tijd over, vervolgens heb je dan plm. 5 weken over om de jongen aan huis rond te laten fladderen en dan mogen ze de korf in voor de eerste lapvluchtjes eind mei, dan zijn er nog 2 weken tot aan de eerste africhting van de afdeling, niet te doen dus. Er zal dus een beperkt groepje specialisten straks lekker vroeg met de jongen aan de gang kunnen gaan en het overgrote deel zal dan de jongen op de natour wegwijs maken. Deze natour start op 03-08, net als in 2017, weet u nog? Het jaar dat we met z’n allen de meeste jongen over hielden aan het eind van de rit volgens de harde cijfers. Voorts hadden we een pilot in het verschiet om de vitesse dit jaar uit puur oostelijke richting te vliegen, Duitsland in dus, blijkbaar vergeten mensen heel snel en is dit gelukkig eerst even van de baan aangezien we ook Landelijk een beetje in de vlieglijn moeten denken om competitievervalsing uit te sluiten. Back in the days met de vogelpest waren we genoodzaakt om uit te wijken naar Duitsland, dit waren klote vluchten die alleen maar goede duiven hebben gekost. Ik herinner mij de vlucht van Willem de Bruijn nog, die wel 1e en 2e NPO won, maar al zijn toppers verspeelde op zo’n vlucht uit Duitsland. Ook hier moet de liefhebber zelf de keus maken en in een situatie als deze zouden wij dus ook geen veer in de korf drukken, ja wellicht de jokers aangezien je die toch voorop krijgt, de duiven van heden ten dage zijn jaren lang geselecteerd onder bepaalde vaste omstandigheden en als je dan variabelen aan gaat brengen worden de kaarten geschud en kun je weer jaren uittrekken om een goed hok op te bouwen die voldoen aan de nieuwe richtlijnen, niet handig dus.

In deze tijd is het weer oppassen met ongedierte in en rond de hokken. Onze hokken zijn zo goed en kwaad het kan marterproof, maar een zeer goed hulpmiddel is de marter –free mobile, een kastje die een vel piepend geluid maakt om deze jongens op afstand te houden (zie foto). Ook muizen en ratten dienen geweerd te worden, tip in deze is, mochten ze geen bek op het gif zetten (gekleurde granen) deze met poedersuiker te bestrooien en weldra zullen ze het tot zich nemen en nee tot op heden is er nog geen muis geweest die aan heeft gebeld om een oliebol te vragen, dus het blijkt te werken.

1 van de “marterstops”rondom de kweekhokken, hoog en droog in de directe omgeving van het hok, alle middelen worden dus aangegrepen.

Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.