23-03-2014

De eerste ploeg jongen is inmiddels gespeend, zoals op de meeste hokken is de kweek (1e ronde) prima verlopen. De oude duiven zijn volgens ons ook prima gezond en dat is de absolute voorwaarde om goede jongen te kweken. Iedereen heeft wel eens een jaar dat er percentagegewijs meer betere duiven werden gekweekt dan andere jaren. Voor ons was dat onder andere in 2007, bijna elk ringnummer was raak. De 630,894,896,905,906,910,911,912,918 wisten allemaal een Rayon of Afdelingsoverwinning te halen, daarnaast zaten er nog een heel stel bruikbare duiven tussen. Hadden we goede koppels gemaakt ? Neen, de duiven waren ten tijde van de koppeling 100 % in orde en dat maakt het verschil. Uiteraard bleven het jaar erop een heel aantal koppels op elkaar staan, maar even goede broers of zussen werden er in 2008 niet gekweekt. Tegenwoordig koppelen we elk jaar zo’n 80 procent van alle koppels om, als de gezondheid er is kunnen ze tenslotte overal uit vallen, mits het juiste basismateriaal uiteraard. Daarnaast zijn de vliegduiven, die na een week broeden al een poosje op weduwschap staan nu net weer een paar keer los geweest. De eerste slachtoffers zijn door toedoen van de roofvogels al weer gevallen, maar als het onder de 10 stuks blijft hoort u ons niet klagen. Toch altijd weer verbazingwekkend om te zien dat (vooral de duivinnen) na meer dan een half jaar vast te hebben gezeten het vliegritme heel vlot oppakken.

21-02-2014

Inmiddels zijn de 1e jongen geringd, de kweek gaat prima, we horen niet bij die winterkampioenen die van de 50 eitjes 52 jongen hebben. Hier en daar is wel een eitje onbevrucht en wil een koppel gewoon niet. Ook de kreet, in de winter worden de prijzen verdiend gaat bij ons niet op, in de winter zijn de duiven binnen 5 minuten verzorgd, soms een dag overgeslagen en de geslachten zitten tot bijna 2-3 weken voor de koppeling nog gewoon bij elkaar (een pre om goed te presteren als er dubbel weduwschap wordt gespeeld). Hier en daar zaten zelfs nog koppels met eitjes in de hoek van het hok. Er zijn liefhebbers die beweren dat hun duiven niet volgens dit systeem presteren, dit is geen tekortkoming van de duiven, maar van de liefhebber. Duivinnen mogen niet aanlopen, en daar zijn trucjes voor, 1 ervan is om ze in de winter niet 8 weken bij elkaar in 1 hok te laten, ze hebben elkaar al gevonden en zoeken elkaar in het voorjaar weer op. Ook jongen afzetten van 14 dagen met de duivinnen in het jonge duivenhok is een van de vele missers die wordt gemaakt. De vliegduiven hebben een week mogen broeden en zitten alweer gescheiden, elk weekend komen de doffers en de duivinnen even bij elkaar tot aan de 1e africhting, het waarom hiervan hoef ik de aandachtige lezer niet uit te leggen denk ik. We proberen dit jaar dus iets anders, omwille van het roofvogelgevaar gaan de duiven pas 3-4 weken voor de 1e vlucht los en komen ze wat (te) traag op gang. Nu er niet wordt gekweekt door de vliegduiven proberen we ze nu vanaf de 1e vlucht scherper naar de start te brengen omdat we gewoon meer tijd hebben om het allemaal wat beter voor te bereiden, afwachten maar…

01-02-2014

Zowel de kweek-als de vliegduiven zijn halverwege januari gekoppeld, deze datum hebben we gekozen om ten eerste niet te veel roofvogelvoer te kweken en omdat we van mening zijn dat winterjongen helemaal geen toegevoegde waarde leveren wbt de prestaties. Zodra de roofvogels broeden en minder jagen zullen onze jongen voor het eerst buiten komen, vandaar de latere koppeldatum. We hopen dat we op deze manier een beetje ongeschonden uit de strijd kunnen komen met het uitwennen van de piepers de eerste weken. Over het samenstellen van de koppels doen we niet heel moeilijk, de 5 beste doffers zetten we op de 5 beste duivinnen en de rest wordt op gevoel gekoppeld. Theorieën houden we er niet op na, we hebben 1 jaar kweek op vliegoog gezet, maar dat leverde geen extra goede duiven op. Wie goed op heeft gelet wbt de verkoop van Verkerk (PIPA) weet nu ook dat hun niet in deze theorie geloven. Van de 33 jongen (uit het beste) die er werden aangeboden hadden 28 een geeloog en 5 een witoog (hier zaten maar een opvallend klein percentage duiven bij met een kweekoog, lees verkenningscirkel) Een en ander betekent dat 85 % van hun gemiddeld genomen bestand dus geelogen heeft, theoretisch kunnen deze mannen dus bijna geen koppeling maken omschreven uit bovenstaande theorie, daar kwam nog bij dat de meeste koppels waarvan een foto van de ogen van de ouders vermeld stond dit een koppeling was van een vliegoog x een vliegoog, einde theorie dus. Goed x goed is dus de beste manier, kijk maar eens naar de stambomen van rechtstreekse Heremans duiven (die enorm veel 2e garnituur heeft gekweekt, maar als er een goede bij zit, dan is dit vaak ook wel een hele beste en daar gaat het om). Hieruit blijkt dat Heremans ook gewoon de beste duiven op elkaar zet en verder niks. Iedereen denk op een bepaalde manier invloed op de koppeling te kunnen hebben, maar als we dan de verslagen lezen in de diverse media over de toppers van dat hok dan blijkt dat de topper een gekregen duif is, op een bon, een verdwaalde Belg,samenkweek of gewoon gekocht bij een andere liefhebber (Eijerkamp bijv, met die Lambrechtsduiven) Alle kennis menen we in pacht te hebben, het tegengestelde blijkt waar te zijn, een beetje geluk moet je hebben.

01-01-2014

NL10-1017085 The HUnter

En daar is ie, de duif waar (Noord) Nederland nog van gaat horen de eerstkomende jaren.The Hunter, we hebben hem nodig op de kweek, vooral nu na onderzoek is gebleken dat ons Rayon, (Rayon 4 NO Nederland, Groningen) het minst gunstige rayon van geheel Nederland is om in aanmerking te komen voor de afdelingsoverwinning. Rayon 4 heeft wekelijks 5 % kans om met de winst in de afdeling aan de haal te gaan, dat we ongunstig zaten wisten we al, maar als je dan ziet dat er concoursgebieden zijn waar je 95,94,89 etc. % kans hebt op de hoofdvogel in de afdeling, dan is 5 % niet echt veel, goede duiven volstaan dus niet meer, er moeten supers komen. Uiteraard heeft e.e.a. ook met de lengte van de afdeling te maken, Friesland heeft hetzelfde probleem. Enkele citaten uit het spoor der kampioenen hierover wil ik u niet onthouden (bron A. Coolen).”Liefhebbers voor in het lossingsgebied wonen voor duivenspel gunstiger! Zonder te overdrijven kan men deze samenspelen (alles onder de 25 % ) de slachtoffers van de inrichters noemen , ze mogen/moeten meedoen maar fatsoenlijke kansen hebben ze niet ! Ja daar worden we niet vrolijk van, het is maar goed dat we ons niet te veel bezig houden met randzaken zoals voer, bijproducten, duivenogen en alle andere overbodige theorieën, alle energie wordt gestoken in de jacht op betere duiven, daar gaat het tenslotte om !